Donar-secretaris Gert-Jan Swaving ziet alleen maar positieve veranderingen met de komst van de BeNeLeague.

“Eigenlijk is de betekenis: we zien veel meer tegenstanders en je hebt veel vaker tegenstanders die ongeveer even sterk zijn, dus dat je niet van tevoren al duidelijk weet dat het winst of verlies wordt. En er is gewoon een extra prijs te verdienen aan het einde van het seizoen voor de BeNe-kampioen”, zegt de secretaris van Donar aan RTV Noord.

“De opzet lijkt ingewikkeld, maar als je het uitgetekend ziet, dan valt het nog wel mee. Het belangrijkste is, dat er is geprobeerd om voortdurend beslismomenten te creëren in de competitie. Dat zorgt er telkens voor dat je tegen teams speelt, waarvan je van tevoren niet zeker weet dat je daar wel even van gaat winnen of verliezen. Dat is de basisgedachte geweest.”

“En het mooie is, dat ook aan het kampioenschap van de BeNeLeague een Europees ticket hangt. Het is dus niet alleen de eer en misschien een fantastisch mooie beker, geen idee hoe die er uit gaat zien, maar ook nog een Europees ticket. Dus dat is heel interessant.”

“We verwachten wel dat de begroting omhoog gaat, want we hebben natuurlijk meer wedstrijden. Aan de andere kant hebben we ook wat meer kosten. De reiskosten zullen bijvoorbeeld omhoog gaan en we zullen hier en daar af en toe ook moeten overnachten, als we bijvoorbeeld in Mons spelen. Dat is gewoon te ver weg om in een avond even op en neer te gaan.”

“We verwachten ook dat er meer interesse zal zijn, omdat er meer leuke en spannende wedstrijden zijn, dus we verwachten meer toeschouwers en meer exposure-kansen. We hopen ook dat dit hele concept op League-niveau een sponsor gaat krijgen. Dat hebben ze in België al jaren. In Nederland is dat tot nu toe niet goed gelukt. En we hopen en verwachten dat dat met de BeNeLeague wel gaat lukken.”

“Het is absoluut de bedoeling om ook betere spelers aan te kunnen trekken. De Belgische competitie is net iets hoger aangeslagen, dan de Nederlandse. Er is heel nauwkeurig gekeken naar de krachtsverhoudingen. Als je bijvoorbeeld een top tien neemt van Nederland en België, dan zitten daar denk ik drie of vier Nederlandse teams in, en zes of zeven Belgische. En omdat je meer wedstrijden speelt die spannend zijn, worden de spelers ook beter. Dat is niet alleen maar een theorie, dat is in andere competities ook al bewezen dat dat zo werkt, dus het gaat ons ook gewoon helpen om beter te worden.”

Topnieuws ontvangen Ja, graag Neen, dank u