De regeling voor het verenigingswerk in de sportsector is sinds vrijdag rond door de ministerraad.
Bij een sportvereniging mag je vanaf 1 januari 2022 450 uren per jaar actief zijn. “Ik ben tevreden dat we een goed en solide kader hebben kunnen uitwerken zodat enthousiaste verenigingswerkers in de sport- en socioculturele sector ook in de toekomst financieel iets kunnen bijverdienen”, zegt minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke maandag.
Sinds 2018 kon je tot 6.000 euro per jaar onbelast bijverdienen, maar in april 2020 werd die beslissing nietig verklaard door het Grondwettelijk Hof. Eind december vorig jaar kwam de regering met een tijdelijke regeling, al was dat niet meer volledig onbelast.
Concreet zal een werknemer bij verenigingen in de sportsector tot 450 uur per jaar werken en daarbij 10 procent personenbelasting betalen. Als deze prestaties gecombineerd worden met studentenarbeid wordt dit beperkt tot 190 uur.
Verenigingen krijgen een uitzondering op sociale documenten. “Eenvoud is cruciaal. We willen niet te veel paperasserij”, luidt het nog. De verenigingen en de verenigingswerkers zullen het aantal te werken/gewerkte uren kunnen raadplegen en controleren via een eenvoudige toepassing, gelijkaardig aan de toepassing student@work.